Op en rond de Dam staan een aantal prachtige en indrukwekkende gebouwen, zoals ’t Krasnapolsky, de Bijenkorf en natuurlijk het Koninklijk Paleis. Ook ken je misschien wel het gebouw ‘Industria’ op Dam 27, waar beneden op de hoek Gassan in zit en bovenin hotel TwentySeven en sterrenrestaurant Bougainville.
Maar heb jij je weleens afgevraagd wat er nog meer in dit indrukwekkende gebouw gebeurt? Het grootste deel van dit pand is namelijk in gebruik door de Koninklijke Industrieele Groote Club. Een sociëteit en businessclub waar je niet zomaar even binnenwandelt…
Maar voor de nieuwsgierigen onder ons hebben we goed nieuws: we hebben een exclusief kijkje binnen bij deze bijzondere club gekregen.
Directeur Richard Francke en gastheer Frank Swart, die al 43 jaar (!) bij de club in dienst is, nemen ons mee door het bijzondere gebouw vol met kunst en verhalen.
Hoe het ooit begon
De club bestaat (in een iets andere formatie) al langer dan een eeuw en zit al die tijd al midden in het centrum. De Koninklijke Industrieele Groote Club is namelijk een samensmelting tussen de Groote Club, dat even verderop op Dam 16 zat (in het pand waar nu Armani zit) en business vereniging de Industrieele Club.
De Industrieele Club werd in 1913 op initiatief van de heer Geveke opgericht, omdat er behoefte was aan een plek waar mensen uit de maakindustrie elkaar konden treffen. Echter was er nog geen huisvesting, maar met de bouw van gebouw Industria kwam hier verandering in en in 1916 kon de club het pand betrekken.
In 1975 besloten de Groote Club en de Industrieele Club te fuseren waarna het de ‘Industrieele Groote Club’ werd en in 2013 ontving de club het predicaat Koninklijk, waardoor het de ‘Koninklijke Industrieele Grote Club’ werd.
Tegenwoordig heeft de club een veel breder ledenbestand dan vroeger, maar nog altijd is het een plek voor kennisuitwisseling en inspiratie. Zo is er bijna elke dag van het jaar wel een event dat bijgewoond kan worden. Daarnaast kunnen leden hier afspreken met zakenrelaties, vrienden of familie, maar ook genieten van een lunch of diner, of gewoon lekker met een boek plaatsnemen in de ’tweede huiskamer’.
Dameszaal
In het pand zijn verschillende zalen en kamers te vinden, allemaal met een eigen bijzonder verhaal. Zo is er de dameszaal, de enige plek waar vroeger vrouwen mochten komen toen de club nog enkel voor mannen bedoeld was. In 1969 kwam daar verandering in en mochten er ook vrouwen lid worden. Leuk om te weten: tegenwoordig bestaat het publiek bij de bijeenkomsten voor zo’n 40% uit vrouw, en dat percentage lijkt met de jaren alsmaar hoger te worden. Een andere bijzondere zaal is de bestuurskamer, die nog precies zo is al tijdens de opening in 1916.
Net een museum
Wanneer je door de club loopt, is het net alsof je in een museum bent. Zo bestaat het interieur uit de meest bijzondere stukken en hangen de muren vol met kunst. Ook is er een ‘praatstuk’ waar gastheer Frank Swart, die al 43 (!) jaar bij de club werkt, een goed verhaal over heeft.
Je ziet het in de video!
