Na de renovatie ziet Dam nummer 16 er weer spiksplinternieuw uit. De meeste Amsterdammers weten echter dat dit gebouw hier al langer dan een eeuw staat en een rijke geschiedenis kent.
Rond de tijd van de bouw was de Dam en omgeving dé plek om uit te gaan en mensen te ontmoeten. Zo ging je toen niet alleen naar de Kalverstraat om te shoppen, maar ook om uitgebreid te dineren en socializen. Er waren een aantal sociëteiten gevestigd, waaronder de Groote Club. Die gaf in 1912 de opdracht tot de bouw van dit pand. Anders dan nu, kon je hier als ‘gewone’ Amsterdammer echter niet zomaar binnenwandelen, daar moest je lid voor zijn…
De sociëteit werd in 1872 opgericht. De leden waren vooral hooggeschoolde en welvarende mannen, die vanwege hun banen en politieke betrokkenheid niet zomaar bijeen mochten komen. Dat mocht wel in de vorm van een besloten ‘gezelligheidsvereniging’, ofwel: een ‘sociëteit’. Vandaar dat er naast conversatiezalen, een leeszaal en een eetzaal, ook een biljartzaal was én er regelmatig flink werd gefeest.
Maar de geschiedenis van dit statige pand kent ook een pikzwarte bladzijde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam de Duitse marine het pand in beslag. Toen er op 7 mei 1945 een groot bevrijdingsfeest op de Dam plaatsvond, openden een groep achtergebleven soldaten het vuur op de menigte. Daarbij kwamen 32 personen om het leven.
Ter nagedachtenis aan deze gebeurtenis, hangt er op de gevel van het pand een gedenkplaat (foto 6).