Dat je hier vroeger niet kwam voor een nieuw voorraadje cups, zie je meteen wanneer je naar deze gevel kijkt.
Dit pand werd in 1906 gebouwd voor de piano-, orgel- en vleugelhandel van C. Kettner. Blijkbaar gingen de zaken goed, want de architecten, Alexander Jacobus Kropholler en Jan Frederik Staal, waren niet de minsten. Het duo werkte al sinds 1903 samen en had al een flink aantal bijzondere panden op hun naam staan, waaronder de twee gebouwen voor levensverzekeringsmaatschappij de Utrecht op Damrak 26-28 (foto 9).
Voor de firma Kettner ontwierpen ze deze lineaire art-nouveau parel, waarvoor zij opvallend licht gekleurde bakstenen gebruikten en veel prachtige glas-in-lood elementen toevoegden. Blijkbaar waren de heren zelf ook best trots op hun werk en vereeuwigden ze hun namen op één van de bakstenen (foto 6).
Het creatieve huwelijk hield echter geen stand. Zoals dat wel vaker gaat in een relatie, groeiden ze uit elkaar. In 1910 stopte hun partnerschap: Kropholler werd in 1908 katholiek terwijl Staal sterk socialistisch was (en vooral ook interesse in de zus van Kropholler had).
Na hun ‘scheiding’ wierp Kropholler zich vooral op de bouw van (logisch) kerken en gemeentehuizen terwijl Staal voor het grotere werk ging, zoals woningcomplexen en het Beursgebouw in Rotterdam. Ook was hij verantwoordelijk voor het imposante Telegraafgebouw (nu Guerrilla Games) waar we in de podcast met Ommetje met Tom laatst nog langskwamen.
Anyway, tussen de twee mannen kwam het nooit meer goed, maar Staal trouwde in 1936 wel alsnog met die zus van Kropholler (Margaret), waardoor de twee namen weer bij elkaar kwamen…
Fun fact: Deze Margaret Staal-Kropholler had ook talent en was de eerste Nederlandse vrouwelijke architect die beroepsmatig dit vak uitoefende.