Deze sierlijke pui op Heiligeweg 35 dateert uit 1890. Opdrachtgever was de brood- beschuit- en kleingoedbakker J.C. Heinemann. Best een opvallende gevel voor een bakker denk je misschien, maar het paste juist perféct in het straatbeeld van die periode. De stad stond in bloei en ‘t centrum werd flink opgefrist. Daarnaast was Amsterdam CS net af, hadden we sinds een aantal jaar het Rijksmuseum én kwamen er steeds meer luxe hotels bij, wat een hoop bezoekers naar onze stad trok. Zo’n opvallende pui zou ’t dus vast wel goed doen, dacht Bakker Heinemann.
Voor ’t ontwerp huurde hij de toparchitect Gerrit van Arkel in, die een hoop Amsterdamse parels op zijn naam heeft staan (daarover later eens meer, of Google zelf maar al even). Van Arkel pakte – zoals je ziet – flink uit: het houtsnijwerk doet met alle cherubijntjes en mythische figuren bijna Italiaans aan. Het ontwerp was zelfs voor die tijd al een tikkeltje ouderwets, maar dat hoorde nou eenmaal bij de neorenaissancistische bouwstijl die destijds de boventoon voerde (hierbij werd veel inspiratie geput uit bouwstijlen uit het verleden).
Blijkbaar viel de pui bij zowel het winkelend publiek als de bakker in de smaak en vlogen er vele warme broodjes over de toonbank, want slechts 4 jaar later huurde bakker Heinemann toparchitect van Arkel nogmaals in. Dit keer niet om een pui voor z’n winkel te ontwerpen, maar om zijn woonhuis op Keizersgracht 766 om te bouwen. Dit pand werd helemaal vernieuwd en kreeg naast een nieuwe chique art-nouveau gevel óók extra oven voor de zaak. Kon ‘ie lekker doornbakken die Heinemann.